Al heel lang valt me op dat het nogal eens aan oprechte aandacht ontbreekt. Dat echte aandacht – of je nu een e-mail beantwoordt, iets doet of in contact bent met iemand – gezien wordt als tijdverlies. Terwijl ik geloof dat er even helemaal zijn in het moment, in het gesprek, bij het beantwoorden van je e-mail, je op de lange termijn meer tijd en winst gaat opleveren. Omdat je dan de relatie hebt onderhouden. Omdat de ander gezien is en de verbinding ervaart. Een volgende keer bereid is om mee te bewegen of je het voordeel van de twijfel te geven. Ik geloof dus dat aandacht niet per se meer tijd hoeft te kosten.
Waar zie ik dit gebrek aan aandacht?
In organisaties die hun eigen drukte en systemen voorop stellen, de e-mail niet meer beantwoorden, je weer terugverwijzen omdat zij er niet over gaan, je alleen als nummer kennen.
In onze samenleving door het gebrek aan aandacht voor mensen die niet vanzelfsprekend mee kunnen doen en die we in hokjes opdelen en zo buiten onze leefwereld en de samenleving plaatsen.
In onze directe omgeving door gebrek aan aandacht in onze buurt of voor mensen die anders zijn. Niet alleen omdat we ons vooral richten op systemen en apparaten voor ons welbevinden en snel afgeleid worden door de veeleisende buitenwereld of onze drukke activiteiten. We zijn niet meer vanzelfsprekend gewend om stil te staan en aandacht te geven.
We hebben daar dan initiatieven en projecten voor nodig om dit te organiseren. Gelukkig zijn die er veel.
Kleine gebaren, grote impact
Het is blijkbaar niet zomaar logisch om mensen een kleine attentie of compliment te geven als ze het even niet makkelijk hebben. Ook aan mensen die je niet (zo goed) kent. Een glimlach aan een onbekende op straat. Ergens bij stilstaan en iets toevoegen in plaats van ergens langs rennen. Er kan veel groots zitten in een klein gebaar.
Een ervaring in het ziekenhuis
Een tijdje geleden was ik drie dagen opgenomen in het ziekenhuis voor een vervelende maar ongevaarlijke atriumflutter (hartritmestoornis). De dienstdoende cardioloog wilde graag de dokter spelen, maar dat was niet zo aan mij besteed. In de consulten aan mijn bed maakte hij maar matig contact en bombardeerde mij met zijn besluiten. Ik voelde geen verbinding en voelde me niet gezien, dus ging ik in de weerstand.
Het meest kenmerkende was dat ik de laatste dag, als enige patiënt, in de gemeenschappelijke ruimte zat te werken terwijl hij langs liep. Ik zei, zoals gewoonlijk vrij luid, goedemorgen! Er kwam totaal geen respons, geen oogcontact, geen gebaar, geen opmerking. Hij liep vlak langs mij heen en heeft me gehoord. Ik kan prima zonder, maar moest wel denken dat een klein gebaar juist veel kan betekenen voor patiënten. Dat ze opgemerkt en gezien worden, ook al is het maar voor even.
Aandacht als zonlicht
Ik las ergens: “Aandacht lijkt op zonlicht: het is het licht waarin de wereld verschijnt.” En zo voelt het ook. In een ziekenhuis is het zeker belangrijk dat je elkaar even herkent van mens tot mens, in plaats van in rollen als dokter en patiënt. Dat hoeft geen uren te kosten, maar zit juist in de kleine interacties. Ik heb ook gemerkt dat dat op veel momenten gelukkig wel gebeurt in het ziekenhuis.
Een mooie slogan voor een betere samenleving
Aandacht is het nieuwe goud!
Laten we met elkaar deze slogan gebruiken om te werken aan een meer welkome en inclusieve samenleving. Ik ga me komende tijd hier nog meer op richten en kijken hoe ik met kleine brokjes aandacht meer het verschil kan maken in mijn dagelijkse leven en dus dat van anderen. Ook als ik het druk heb, er geen zin in heb of liever iets anders doe. Want zoals mijn man altijd zegt: “Alles wat aandacht krijgt, groeit.”
Groet Helena 🔆
Bron: Filmpje “Aandacht is het nieuwe goud!” door Danielle Braun, Academie voor Organisatiecultuur:


