Als je mensen begeleidt op een plek waar zij hun talenten kunnen verkennen, anderen ontmoeten en nieuwe dingen leren, is het allereerst belangrijk dat ze zich welkom voelen. Liedeke van Spronsen, oprichter van het SML-kaarsenatelier heeft hier veel ervaring mee. In het kaarsenatelier produceren de medewerkers kaarsen gemaakt van kaarsresten. De afgelopen vijf jaar heeft Liedeke tientallen medewerkers binnen SML begeleid. Ze vertelt hoe je iemand welkom heet.
‘Bij SML heten we mensen welkom, die bij ons willen werken of oefenen met werken. Dit doen we door drempels weg te nemen. Er zijn geen drempels van minimaal 20 uur inzet, diploma’s of minimaal taalbegrip. Bij ons kun je beginnen met een paar uur per week, op je eigen tempo. Je hebt geen diploma’s nodig en je leert de taal tijdens het werk, mocht het gaan om nieuwe Nederlanders. Dat is wat voor iedereen het beste werkt. Wel heeft SML een dagelijks productieproces. Dit is zo ingericht dat verschillende mensen tegelijkertijd aan dezelfde productie werken of parallel eraan met een ander proces bezig zijn. Er is ruimte om fouten te maken, om iets niet te weten en om jezelf te ontdekken. En er is altijd iemand op wie je terug kunt vallen. Iemand die je het gevoel geeft dat je welkom bent.
Inwerken doen we samen
Als je iemand welkom wil heten hou dan de insteek laag en gericht op succes. Succes is iets heel persoonlijks. Voor de een is het een succes om acht uur per dag aan het werk te zijn. Voor de ander is het al een succes om aanwezig te zijn. Het is daarbij belangrijk dat je een bekend gezicht ziet als je ergens start. Nieuwe aanmeldingen deed ik daarom altijd zelf. Dan kon ik beter signaleren hoe het met iemand gaat en wat hij of zij nodig heeft. Omdat ik de laatste tijd minder beschikbaar ben, doet mijn collega Geke nu de aanmeldingen. Zij is toegewijd aan de SML-medewerkers en is de stabiele factor in die eerste fase. Vooral in het begin hebben mensen namelijk die houvast nodig. Als je te druk bent met iets of iemand anders, voelen mensen zich niet welkom en haken ze af.
Je moet ook niet jezelf om een persoon heen vouwen, want dan wordt het krampachtig. In het begin is extra aandacht prima. Zodra het kan geef je iemand steeds meer ruimte om zelf stappen te zetten. Wel is het belangrijk dat er ook dan een vertrouwd gezicht of maatje is. Vaak laat ik iemand van de oude garde de nieuwe deelnemer op sleeptouw nemen en verder inwerken. Want bij SML doen we het samen, dus ook het inwerken. Dat hoort bij het samenwerken zoals we dat bij SML doen. Het gaat er niet alleen om dat ze productie draaien waardoor we kaarsen kunnen verkopen. Iedereen helpt ook mee door iemand wegwijs te maken, zowel in het proces op de werkvloer, als door iemand welkom te heten.
Het mooie is dat mensen die hier al wat langer rondlopen, door het inwerken van een ander ineens merken dat ze zelf ook al veel weten. Soms denkt iemand negatief over zijn eigen vaardigheden, terwijl ze natuurlijk veel meer weten en kunnen dan degene die net start.
Gelijkwaardigheid
Het kost tijd om onderling vertrouwen op te bouwen. Als er bijvoorbeeld iets in het rooster wijzigt en iemand gaat op een andere dag werken, dan is het nodig om dat eerst met elkaar te bespreken. De één reageert daar rustig op en de ander vat het op als kritiek omdat hij of zij het niet goed zou doen. Dat laatste is vervelend, want dan voelen ze zich niet meer welkom. Er daarna tijd voor vrij maken om het te bespreken, is bij ons heel gewoon. Als het uitgepraat is valt de stress weg en het plezier in het werk komt weer terug.
Gelijkwaardigheid is heel belangrijk. Daarom gebruik ik bij deelnemers vaak voorbeelden uit mijn eigen leven en werk. Omdat ik weet wat het met je doet om vast te lopen en niet te weten of je weer werk kunt vinden of deel kunt nemen aan de maatschappij. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik ze wat advies meegeven. Ook kijk ik regelmatig naar mijn eigen rol. Wat doet het met mij? Het is goed om daar regelmatig even over te sparren met iemand.
De teamleden geven elkaar onderling ook advies. Ze herkennen vaak iets uit hun eigen situatie en vertellen dan hoe zij dat zelf hebben aangepakt. Dat geeft ook meerwaarde aan wat we hier doen.
Keuzes geven
Zoals ik al zei zijn er bij ons geen drempels, maar er zijn wel kaders. Samen stemmen we de afspraken af. Het gaat om inzet en motivatie. Iemand moet het wel zelf willen. Je inventariseert: wat kom je hier doen? Wat zijn je wensen en hoe sluiten we hier op aan? Hou voor jezelf scherp: wat wil ik iemand bieden? Het moet ook passen bij het bedrijf. We werken hier door de week, van 9 tot 16 uur. Je kunt ook minder uren werken, maar het moet wel passen binnen die tijden. Lukt het niet om iets passends te vinden, dan kijken we samen voor je verder buiten SML.
Een begeleidende rol is ondersteunend en opbouwend. Je stemt af wat er kan en je bent er transparant over. Je moet iets niet mooier maken dan het is, maar keuzes geven. Als je bijvoorbeeld nu wil starten terwijl er een drukke tijd aan komt, dan is dat niet handig. Dan schiet iemand in de paniek of meldt zich ziek. Het is dus afhankelijk per persoon, maar het liefst stellen we het inwerken uit tot een periode met minder werkdruk.
Je kunt bij wijze van spreken bij SML wekenlang de kantjes erbij aflopen. We vragen dan uiteraard wel naar de reden en meestal is men dan opgelucht omdat ze hun verhaal kwijt kunnen. Soms lukt het even niet met iemand. Dan pak je het na een paar maand weer met elkaar op. Of er is iets anders nodig. Je moet er de tijd voor nemen en het meerdere kansen geven. En in contact met iemand blijven. ‘In het begin gaat het om intenties. Daarna laat ik het over aan henzelf.’
Bouwstenen van welkom heten:
- Zorg voor een bekend gezicht bij de start: voor het inwerken en wegwijs maken.
- Wees beschikbaar voor iemand en bouw het vertrouwen op.
- Zorg voor kaders: maak afspraken, bespreek inzet en motivatie.
- Vermijd drempels: hou de insteek laag, gericht op succes.
- Neem met elkaar de tijd en geef meerdere kansen.
- Wees transparant.
- Als het niet goed past, help dan verder zoeken.
- Spar met iemand over je eigen rol.
- Benoem successen, ook al is het beoogde doel niet behaald of anders gelopen.Interview door Margot van Belkum – mei 2022