Labyrintoefening

Het labyrint staat symbool voor het levenspad. In de liminale fase – de tussentijd kan het labyrint als metafoor én als praktisch hulpmiddel dienen. Het labyrint symboliseert de reis door onzekerheid, waar de weg vooruit niet altijd duidelijk is, maar er wel een pad bestaat. Anders dan een doolhof (waar je kunt verdwalen) heeft een labyrint één pad dat uiteindelijk naar het centrum en weer naar buiten leidt. Het lopen van een labyrint kan worden gezien als een rituele handeling die de liminale ervaring belichaamt.

Tijdens deze wandeling:

  • Laat je de bekende wereld achter (de ingang)
  • Beweeg je door een periode van desoriëntatie en onzekerheid (het pad)
  • Bereik je een moment van inzicht of transformatie (het centrum)
  • Keer je terug naar de wereld, maar als een veranderd persoon (de uitgang)

Kijk naar je reis tot nu toe.

  • Sta daar even bij stil aan het begin van het labyrint. (Remember).
  • Vervolgens loop je met je niet dominante hand het labyrint naar binnen en je laat los wat je niet meer dient. (Release)
  • Vervolgens sta je in het midden stil en kijk je wat je ontvangt (Receive).
  • Daarna ga je de weg terug (Return), let op wat er in je opkomt.
  • Aan het einde sta je weer stil (Reflect)