Je schrijft je eigen waargebeurde verhaal of moment, maar in de vorm van een mythe of een sprookje en in de derde persoon. In plaats van ‘Ik ben geboren’ schrijf je ‘Hij of zij is geboren’. Dan wordt het eenvoudiger om alles wat zich in het verhaal wil ontvouwen zich gewoon te laten ontvouwen. Je bevindt je in het verhaal, maar kunt er tegelijkertijd buiten staan. Dit helpt je om jezelf in een nieuw licht te zien. Laat je leiden door wat je intuïtie en je pen willen vertellen.
Schrijf maximaal 15 minuten of 250 woorden. Forceer niets. Ontdek welke details zich aandienen en neem ze op. Hoe meer je de taal van de zintuigen gebruikt (hoe voelt het, hoe ziet het eruit, hoe klinkt het?) hoe interessanter je verhaal zal worden. Je kunt altijd een held of een boef invliegen in het verhaal.
Begin met de klassieke opening van een sprookje: Er was eens….
Gebruik vaste zinnen als je dat wilt.
- Hij of zij bezat de gave om….
- Tenslotte kwam hij/zij aan bij een tweesprong van.
- Geef de tweesprong een naam. Geef ook de twee wegen een naam.
- Bij de tweesprong stond…. (persoon)
- Deze persoon vertelde hem of haar dat ……. achter moest blijven en dat ……. nu meegenomen
- moest worden.
- Hij of zij kreeg een stukje perkament waar op stond:……
- Hoe heet de weg die je neemt.

Zie hieronder het voorbeeld van Diane Millis, uit het boek Re-creating a life, learning how to tell our most life-giving story.
Er was eens…
Een klein meisje dat werd opgevoed om een prinses te worden. Haar vader, een ambitieuze koning, beweerde dat hij haar aanbad, maar bleef zelden lang genoeg om haar aandachtig te bekijken. Hij vertelde haar dat ze op een dag naar de universiteit moest gaan, zodat ze op cocktailfeestjes kon vertellen dat ze was afgestudeerd aan de Universiteit van Minnesota. Haar moeder, verliefd op verhalen over Camelot, deed haar best om de koning tevreden te stellen, maar haar best was niet goed genoeg. De ambitieuze koning verliet de koningin en hun drie kleine prinsesjes. Hij trouwde met een wannabe koningin nog voordat zijn kleine meisje klaar was met de universiteit. Desondanks voltooide het kleine meisje de universiteit. Onderweg ontdekte ze hoeveel ze werkelijk van leren hield. Zo veel zelfs, dat ze geen prinses meer wilde zijn; ze wilde professor worden. Maar hoe meer tijd ze doorbracht in het land van het hoger onderwijs, hoe meer ze merkte hoeveel professoren zelden aandachtig kijken met de ogen van hun hart of diep luisteren met het oor van hun hart.
Ze wist dat er een plek moest zijn waar deze manieren van zijn de overhand hadden. Ze reisde ver en wijd op zoek naar zo’n plek. Na veel inspanning concludeerde ze dat om die plek te vinden, ze deze zou moeten creëren door haar eigen hart te verzorgen, en door alleen datgene te volgen waartoe haar hart zich aangetrokken voelde. Wat ze het meest wilde leren, begon ze te onderwijzen: om aandachtig te kijken en anderen te zien op de manier waarop zij het meest verlangde gezien te worden; om diep te luisteren en anderen te horen op de manier waarop zij het meest verlangde gehoord te worden; om bewust tijd door te brengen met anderen in plaats van haastig door te gaan naar de volgende persoon of plek. Ze reisde uiteindelijk ver en wijd om plekken te creëren, voor en met anderen, om deze manieren van zijn te cultiveren. Terwijl ze dit deed, ervoer ze onmetelijke vreugde. En laat de geschiedenis vastleggen dat ze onderweg talloze uitnodigingen voor cocktailfeestjes afsloeg.

