Heel lang heb ik gedacht dat de belangrijkste opdracht in het leven was om hard te werken, je best te doen, de dingen te fixen. En dan weer door naar het volgende. Een soort van continue, never ending to-do lijst. Dat heb ik dan ook zo’n 50 jaar volop gedaan. Tot mijn lijf aangaf dat het zo niet meer kon. Altijd georiënteerd op de buitenwereld, wat er in mijn omgeving zich afspeelde of aandiende. Snel, actief en oplossend. Altijd alert. Dat was een houding die ik in het onveilige gezin waar ik opgroeide nodig had om te overleven. Om problemen te voorkomen was alert zijn en focus op mijn omgeving nodig. Dat hield me veilig. Omdat ik dan ieder geval dacht te weten wat er ging komen. Wat vaak niet zo was.
Een automatische verbinding met de ‘horizontale oriëntatie’, zoals mijn therapeute Lenie van Schie dat noemt en zo helder beschrijft in haar boek: Langs de weg van het hart. Een verbinding die je als mens sowieso nodig hebt, maar die ook in de cultuur van deze tijd heel erg benadrukt wordt. Lenie schrijft dat: ‘veel van wat ons uit ons evenwicht haalt, komt voort uit onze omgeving of uit onze gedachten over die omgeving,; wat de ander vindt of doet en onze reactie daarop. We zijn gewend om ons op de omgeving te richten en dat is een horizontale oriëntatie’.
Zij pleit dan ook voor het versterken van de tegenhanger die we uit het oog zijn verloren namelijk de verticale verbinding met onszelf en de aarde. Deze verticale verbinding helpt ons om meer afstand tot de omgeving te krijgen en zorgt ervoor dat deze ons niet meer zo overspoelt aldus Lenie. In haar boek geeft ze helpende oefeningen om die verticale verbinding te versterken.
Een verbinding die ik elke dag, soms elk uur weer moet zoeken, omdat ik hem in de waan van de dag en het leven even zo makkelijk weer kwijt raak. Zo sterk is die andere oriëntatie. Wat helpt me daarbij?
- Me bewust afzonderen van prikkels. Door mijn eigen rustige muziek te luisteren of me terug te trekken op mijn eigen kunstkamer. Of zoals komende week een paar dagen in het huis van mijn broer en schoonzus te verblijven als zij weg zijn.
- Tijd te nemen om te ‘scharrelen’. Nix moeten, nix plannen, bijvoorbeeld in het weekend. En dan merken hoe het met mij is. Me weer met mijzelf te verbinden.
- Mezelf verbinden met mijn lijf, de aarde, de grond onder mijn voeten. Door bewuste oefeningen of door rustig te wandelen.
- Me focussen op wat er in mij leeft, bijvoorbeeld door elke ochtend te schrijven. Een mooi hulpmiddel daarbij zijn de Morningpages van Julia Cameron. Elke ochtend drie pagina’s gewoon volschrijven. Zonder na te denken. Je onderbewuste te laten spreken.
- De druk van buitenaf wel voelen, maar laten voor wat die is. En wat er moet opslaan in een online to-do lijst. En pas als ik weer aan het werk ben kijken wat er nu echt prioriteit heeft die dag.
En vooral me elke keer weer bewust zijn: eerst terug naar mijzelf! Zelf op mijn pootjes staan voordat ik me in de wereld begeef. De afgelopen weken ben ik daarom bewust bezig geweest met de vraag: Wat voedt mij? Een interessant proces dat gedurende een periode ook aan verandering onderhevig is. Ik schrijf er regelmatig over en ontdek dan aldoor weer meer verdieping en focus. Het kost namelijk wel tijd om me te ontdoen van ‘wat hoort’, en ‘wat men verwacht van mij’. Het gaat er natuurlijk vooral om wat ik van mezelf in de wereld wil brengen. Daarom blijft de lijst van wat voedt mij? zich steeds meer verdiepen.
Straks ga ik mezelf naar aanleiding van die lijst afvragen, ‘wat leer ik hiervan over wat belangrijk is voor mij?’ En ‘hoe ga ik dat voeden in mijn leven?’ En ‘wat betekent dat voor mijn keuzes in het dagelijkse leven?’ We zullen dat zien. In ieder geval van minder hard werk naar vanuit mijn hart werken!
Groet Helena